Starten met boksen of kickboksen: kies een gym en je uitrusting

Eerst weten wat je zoekt

De eerste stap is niet de ring instappen, maar uitvinden wat je uit boksen of kickboksen wilt halen. Wil je vooral fitter worden en stress kwijtraken, of droom je van technisch beter worden en misschien ooit sparren? Iemand die na werk een zweterige HIIT-achtige boksles wil, kiest anders dan iemand die zich wil verdiepen in voetenwerk, timing en defensie. Schrijf voor jezelf drie dingen op die je belangrijk vindt, zoals de lesstijl, sfeer en lestijden. Dat voorkomt keuzestress als je meerdere gyms naast elkaar zet.

Denk ook na over je startniveau. Veel scholen bieden instaplessen of een fundamentals-reeks. Dat is ideaal om basis stoten, guard en houding veilig te leren. Train je al langer? Let dan op opties als techniek blokken, pad sessies en spar momenten per niveau. Een school die niveaus scheidt houdt de energie hoog en de kans op frustratie laag, omdat iedereen op zijn eigen tempo vooruit gaat.

Zo herken je een goede boksschool

Een proefles zegt vaak meer dan vijftig recensies. Let op de welkomstcheck: vraagt de trainer naar je ervaring en eventuele blessures, dan zit veiligheid ingebakken. Kijk naar de opbouw van de training. Een goede les heeft een duidelijke warming-up, techniek blok, gecontroleerde intensiteit en een cooling-down. De groep hoeft niet klein te zijn, maar coaches moeten de vloer kunnen overzien en feedback geven. Hygiëne is zichtbaar aan schone matten, geventileerde ruimte en materiaal dat niet plakkerig is. Transparante tarieven, flexibele abonnementen en opties voor een proefles maken de drempel laag.

Praktisch detail dat vaak vergeten wordt is materiaalbeleid. Kun je voor je eerste keren handschoenen lenen, zijn er bandages te koop en is er begeleiding bij de juiste maat? Voor je eerste proefles kun je vaak lenen, maar wie vaker wil trainen, schaft eigen boks handschoenen aan voor hygiëne en pasvorm. Vraag naar het verschil tussen zaktraining, techniek en sparren, want niet elke handschoen past bij elke situatie. Zo voorkom je miskopen en train je comfortabeler.

Uitrusting die echt verschil maakt

Handschoenen en bandages

De maat van handschoenen wordt uitgedrukt in oz. Als richtlijn geldt 10–12 oz voor technische of zaktraining, 14–16 oz voor sparren vanwege extra demping. Lichtere sporters kiezen vaak 12–14 oz om veilig te blijven sparren, zwaardere atleten 16 oz of meer. Pas handschoenen met bandages om, want die nemen ruimte in. Kunstleer is duurzaam en onderhoudsvriendelijk, echt leer vormt zich mooier naar de hand en gaat lang mee bij goed onderhoud. Elastische bandages van 3,5 tot 4,5 meter geven pols- en knokkel steun. Wikkel strak maar niet tintelend, en let op een vlakke polslijn zodat je recht door de knokkels stoot.

Bescherming en kleding

Voor kickboksen zijn scheenbeschermers met voldoende lengte en stevige klittenbanden prettig, zeker bij technieken met het scheenbeen. Een goed passend bitje is in elke contactsport verstandig. Draag ademende kleding die niet opkruipt en die bewegingsvrijheid geeft. Voor intensieve zak- en pad sessies zijn langere sokken fijn tegen schuring en geven lichte compressie. Wie veel voetenwerk traint kan baat hebben bij boksschoenen met grip en enkelsteun, al zijn indoor fitness- of zaalschoenen voor beginners vaak prima.

Hygiëne en onderhoud

Laat handschoenen na de training openluchten en gebruik drogers of geurabsorbers om bacteriegroei te beperken. Veeg ze aan de binnenkant af en toe schoon met een milde spray. Bandages was je in een waszak op lage temperatuur. Een handdoek en eigen waterfles zijn standaard. Deel geen bitjes of handdoeken. Kleine gewoontes zoals handen wassen voor het wikkelen en even de zakken afnemen houden de gym fris en verkleinen de kans op huidirritatie.\

Je eerste 8 weken slim opbouwen

Begin met twee trainingen per week en voeg pas een derde toe als je herstelt zonder aanhoudende stijfheid. Week 1–2 staan in het teken van fundament: houding, guard, rechte stoten, basiscombinaties en voetenwerk zoals stappen voor, achter en opzij. Week 3–4 voeg je haak en hoek toe, leer je slippen en pareren en wissel je tempoblokken af met technische drills. Week 5–6 kun je gecontroleerd pads of licht technisch sparren als de school dat gestructureerd aanbiedt. Week 7–8 verfijn je combinaties, werk je aan ritme en ademhaling en krijg je meer gevoel voor afstand.

Thuis kun je kort aan mobiliteit werken. Vijf minuten enkel-, heup- en schouder mobiliteit en twee rondes schaduwboksen helpen enorm. Film jezelf af en toe om te zien of je kin laag blijft, je schouders ontspannen zijn en je hand terugkeert naar je guard. Kwaliteit weegt zwaarder dan minuten maken.

Blessures voorkomen en plezier houden

Warm altijd gericht op. Touwtje springen is geliefd, maar een rustige start met polscirkels, schouderbladen activeren en heuprotaties maakt stoten en trappen veiliger. Stoot met een neutrale pols en volg de lijn van je onderarm, niet uit de elleboog zwiepen. Doseer impact: techniek eerst op lage intensiteit, daarna pas harder. Plan minstens één hersteldag tussen zware sessies en slaap 7 tot 8 uur. Eenvoudige kracht basis met squats, pull-aparts en core-werk geeft stabiliteit voor sterkere stoten zonder je schouders te overbelasten.

Tot slot, kies een gym waar je je welkom voelt. Het geluid van tikkende springtouwen, een lach tijdens de warming-up en een coach die je naam onthoudt waardoor je blijft komen. Consistentie verslaat talent als het gaat om progressie. Met een passende school en uitrusting wordt elke les iets om naar uit te kijken.